Datum
27 oktober 2011
Plaats
Antwerpen
Bio
Interview
Gerd Segers (S. Wouters,
2012)
Datum
27 oktober 2011
Plaats
Antwerpen
Bio
Interview
Heeft u de ‘eerste’
Belgische happening op de Groenplaats te Antwerpen gezien?
Ik was daar toen al bij, ja. Vanaf 1962 was ik mee in de literaire beweging
gestapt, en dat was nauw verbonden met de beeldende kunst. In de beginfase werden
die happenings aangekondigd "via de tamtam", dus mondeling. Soms ook met kleine affiches in bepaalde cafés. De eerste happening werd niet aangekondigd
in de pers denk ik.
Het publiek vertegenwoordigde dus slechts een kleine groep van de totale bevolking
en bestond vooral uit mensen die met kunst bezig waren. Uiteindelijk geen
ontzettend groot publiek. De happeners hadden het wel goed bekeken. Die
happenings vonden altijd plaats in de namiddag en tijdens het weekend, zodat
er toch wat volk was. Ze hadden in de beginperiode ook goed weer, meen
ik mij te herinneren. Er was dus wel publiek, maar we moeten daar niet
in overdrijven. Er kwamen ook mensen die niets met kunst te maken hadden, maar
zij hielden het snel voor bekeken omdat ze er niets aan vonden.
Bij de ‘eerste’ happening was het Yoshio Nakajima die de show stal,
omdat hij al ervaring had opgedaan met happenings in Nederland en omdat hij een
andere taal sprak. In die jaren was het niet zo normaal dat je veel
verschillende etnische groepen in Antwerpen zag. Dat was iets apart. Ik
herinner me ook dat hij wat kreten uitsloeg. Wij kenden het zenboeddhisme al via
Adriaan Peel, die ook op dat terrrein actief was. Nakajima voerde daar zenbewegingen uit naar mijn gevoel. Niet veel mensen wisten wat hij wou
bedoelen.
Was Adriaan Peel ook
aanwezig op die happening?
Dat kan ik mij niet herinneren. Je wist niet wat er ging gebeuren. Men had
eigenlijk van die Nakajima nog nooit gehoord. Hij was misschien wel bij een
aantal mensen gekend, ik denk eerder buiten het literaire
milieu. Bij Panamarenko, vermoed ik, bij mensen die vaker in Nederland
kwamen. Het was ook een tijd waarin veel mensen uit Vlaanderen naar Nederland
gingen. Wij keken ook meer naar de Nederlandse televisie, om te zien wat daar
gebeurde op gebied van kunst. Ik bedoel met wij niet de massa, maar een aantal
mensen die daarin geïnteresseerd waren.
Ik herinner me nog dat Nakajima veel bewoog. Het publiek was nieuwsgierig wat er ging gebeuren. In de jaren zestig was dat publiek nog niet zo visueel ingesteld, nu zou dat totaal anders zijn. Veel mensen haakten af omdat
ze niet konden volgen. Het gaf ook iets absurd. Er werd met papier gewerkt, en dat was een algemeen fenomeen in die happenings en performances. Adriaan Peel had dat gedaan, en anderen ook. Het was
gebruikelijk omdat ze met papier en met het woord te maken hadden. Nakajima gebruikte
ook koorden die hij rond zich sloeg of waarin hij zich wikkelde. Van Hugo
Heyrman weet ik dat hij op de grond het woord atomic schreef. Hij droeg toen
ook al een legeruniform.
Een Belgisch
legeruniform?
Ik geloof het niet, maar ik ben niet zeker. Ik ben zelf niet bij het leger
geweest, dus ik heb daar geen herinnering aan. Ik weet wel dat de Japanner dat
legerpak van zijn lichaam trok. Ik kan me niet meer herinneren of Panamarenko
een grote rol heeft gespeeld. Hij zal wat foto’s hebben genomen.
Zelf zegt hij dat zij
samen een beetje aan elkaars jas hebben getrokken.
Ik denk dat hij het evenement heeft willen vastleggen en dat hij een
fototoestel bij had, omdat het het eerste gebeuren was. Volgens mij was het
voldoende dat het ging om twee mensen. Het was niet de bedoeling dat het een
gevecht werd. Het moest een performance blijven. Het onderscheid tussen happening
en performance is trouwens soms moeilijk te maken. Pas op, elk van die
evenementen was goed voorbereid, ook bij hen. Maar je weet natuurlijk nooit hoe
het verder afloopt met het publiek en met de politie.
Bij de eerste happening
kwam geen politie kijken, geloof ik.
Neen, dat was beperkt, maar wel een interessante happening op zich. Het
maakte de mensen nieuwsgierig, het was een teaser. Ze schreven dan Bezette stad II en III.
De aankondigingsaffiche
waarop onder meer Bezette stad III
was geschreven, hing die ook ergens op de Groenplaats?
Neen, niet op de Groenplaats. Ik zou ook niet weten waar je dat zou kunnen
hangen daar. Maar je kon die wel oppikken in cafés zoals Den Engel. Ik denk dat ze een
mix wilden maken van mensen die in het milieu zaten en van toevallige
passanten. Mochten het alleen toevallige passanten geweest zijn, dan was er
geen respons geweest.
Kan u zich nog bepaalde
kunstenaars herinneren die daar aanwezig waren?
Ik heb al eens deze foto hier bekeken, maar ik herken niemand.
Dan is de
opkomst van kunstenaars waarschijnlijk vrij beperkt gebleven?
Wel... het was een kleine groep. In de jaren zestig waren er vele kleine
klieken, niet anders dan nu. Dezelfde problematiek deed zich ook voor binnen de
groep van de happeners. Wout Vercammen tegen de anderen bijvoorbeeld. Over
die eerste happening werd wel geschreven in de Antwerpse kranten: in De Volksgazet, De Nieuwe Gazet en de Gazet
van Antwerpen.
Waarschijnlijk was de
kunstcritica en latere galerijhoudster Annie De Decker daar ook aanwezig?
Ja natuurlijk. Zij kende een aantal van die mensen zoals Wout Vercammen. Ik denk wel dat de meeste journalisten het fenomeen van de happening niet
kenden en het ook niet begrepen. Dat waren meestal gewone journalisten die
over van alles en nog wat schreven. Wel interessant is dat Marc Callewaert
er vroeg bij was. In de Gazet van Antwerpen had hij zijn rubriek Marcus, en daarin schreef hij ook veel over ons. In
die periode publiceerde hij ook in het blad Streven. Een tijdschrift was toch
iets serieuzer. Dat ging langer mee dan een krant, maar ik weet niet of
Callewaert daar over de happenings heeft bericht. Ik denk dat over de eerste
happening weinig serieuze teksten geschreven zijn.
Kan u zich nog iets
herinneren van het aandeel van Vercammen?
Ik herinner me hem vooral in de tweede of in de derde happening.
De tweede was in
Oostende. Was u daar ook bij?
Daar kan ik niet over meespreken. Ik heb de indruk dat daar niet veel is
gebeurd. Renaat Ramon, die in Brugge woont en ook een zeventiger is,
weet daar misschien iets meer over. Vaak moest je iemand kennen in een andere
stad om zoiets te organiseren. Voor happenings is dat misschien wel eenvoudiger
dan voor literaire performances. Ik weet dat Elias daar woonde in de
Langestraat, in de Brugse uitgaansbuurt. Die was in de jaren zestig met Roger
Raveel betrokken bij wat er gebeurde in Beervelde, weliswaar op een ander
terrein.
Misschien is er wel een
popart-connectie tussen de happeners en de kunstenaars die u hier aanhaalt?
Inderdaad. We kwamen ook aan de kust, in Knokke, voor de Biënnale van de poëzie. Daar ben ik met Ben
Klein geweest om wat pamfletten uit te delen. Internationaal gezien was dat
erg belangrijk. Er waren veel Franstaligen, maar ook Karel Jonckheere en
Jan Walravens, misschien ook Hugo Claus.
Hiermee belanden we
meteen in het literaire gedeelte van de eerste happening. Was u ook bij dat deel, dat zich afspeelde in het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven (AMVC, het huidige
Letterenhuis)?
Eventjes, maar ik ben daar niet gebleven, want ik moest toen gaan werken. Nu kan
het wel zijn dat Adriaan Peel daar was. Je kan moeilijk zeggen wie daar
allemaal aanwezig was, maar het is zeker dat Nakajima daar een belangrijk
aandeel in heeft gehad. En Tony Rombouts moet er ook bij geweest zijn.
Hij heeft in een nummer van Happening
News een collage gemaakt van woorden, bestaande uit verschillende
karakters. Een soort gedicht. Misschien ook Klein, want die kende bijvoorbeeld
ook Wout Vercammen. Klein was betrokken bij de Nevelvlek, en heeft meegewerkt
aan het tijdschrift Het cahier.
Wat weet u nog van de
derde happening?
Ja, dat is natuurlijk de happening die het sterkst in het geheugen is
gegrift. Omdat er al een voorgeschiedenis was, wist ook de pers nu iets meer.
Helaas hadden de journalisten het niet zo nauwkeurig opgevangen.
Thom Jaspers heeft een pluche tijger in brand gestoken, en naar mijn gevoel
waren ook Heyrman, Nakajima en Panamarenko in de buurt. Het was niet voorzien
dat hij dat zou doen, denk ik. Nadien heeft de actie zich verplaatst.
Vercammen en de Japanner zijn naar de Groenplaats gedaan en dan zijn ze daar
ook opgepakt. Ik herinner me nog goed dat de politie was opgesteld in de
Nationalestraat, achter de hoek van de Groenplaats. Panamarenko en Heyrman zijn
dan weggereden met de Cadillac, die geschilderd was in een felle lichtgroene
kleur.
Wat dat een officiële fabriekskleur
of was die auto herspoten?
Neen, dat hadden zij gedaan. Dat was fosforiserende verf, of hoe noemden we dat
toen... Uiteindelijk, maar dat heb ik zelf niet meer kunnen volgen, kwamen zij uit op
de Grote Markt. Ik denk dat dat allemaal op voorhand gepland was, want dat
is toch wel wat te toevallig dat ze ineens voor café De Engel stopten.
Dan kwamen die frêle gastjes te voorschijn uit die imposante auto. Op de
Groenplaats heb ik van een vrouw het eerste nummer van hun tijdschrift Happening News gekocht.
Op de Meir zelf werd het
tijdschrift niet verkocht?
Neen, of het zou kunnen dat de vrouw van de Meir naar de Groenplaats was
getrokken.
Vond u het toen een
interessante publicatie?
Ik wel, maar wij waren zelf ook met publicaties bezig. Gedichten op
behangpapier en met foto’s. Ik ben altijd aangetrokken geweest door zo’n
dingen. Vercammen kende ik al wel, maar Panamarenko en Heyrman volgde ik enkel
als toeschouwer, ik had er geen persoonlijk contact mee. Vercammen had toen ook
die boekenwinkel op het Kiel. Ik was toen supporter van Beerschot en daardoor
kende ik het Kiel vrij goed. In die boekhandel werd ook Het Cahier verkocht. Klein en ik brachten onze nieuwe nummers
daarheen en vandaar kenden wij die familie goed. Ik ben vrij snel mijn
interesse gaan verleggen naar de mensen van de Nieuwe Visie. Vercammen is blijven
zwalpen, Heyrman ook, maar bij Panamarenko was dat anders, hij kreeg kans op
een internationale carrière. Vercammen zat ook eventjes bij ‘Onderaards’, hij
heeft zo wat bij van alles gezeten.
De volgende happening, Godsdienst, Vorst en Staat, viel letterlijk in het water.
Ja. Er zouden vliegtuigjes boven de Groenplaats cirkelen, maar dat is niet
doorgegaan. Als ik het me nog goed herinner was het toen ook slecht weer. De
communicatie was toen niet zoals nu en dus was iedereen maar aan het wachten
tot wanneer die vliegtuigjes zouden komen. In een editie van Happening News zien we die gebeurtenis
in stripverhaalvorm. De politie zit bij deze happening op de uitkijk, op het
dak van de Grand Bazar. De happening viel inderdaad in het water en daar kwam
dan nog bij dat Koen Calliauw de happening overnam. Maar dat was hun
eigen schuld natuurlijk. Ze wisten niet wat doen. Daarna hebben ze
individueel nog wel iets uitgevoerd. Misschien heeft Vercammen nog iets gedaan.
Hij is op een berg afval
gekropen met een vuil zakje.
Ja, ik herinner me nog dat de mensen op de grond zijn gaan zitten. In het
begin waren dat groepjes, maar er gebeurde niets, dus bleven de mensen niet
staan. Ook de toevallige voorbijgangers niet.
Wat heeft Koen Calliauw
daar gedaan?
Hij heeft daar van alles geroepen, alsof hij de happening leidde, maar dat
was helemaal niet voorzien. Op dat moment zouden de happeners zelf niet zo
geroepen hebben. Later in de jaren zeventig zouden ze wel meer in het politieke
engagement stappen, maar toen nog niet. Met Calliauw werd dat allemaal
negatief. Hij loste de mislukking van de happening op, maar dat was voor de
happeners niet de oplossing.
Tijdens de volgende happening, Happening
in the modern world, ben ik echter vrij zeker dat Annie De Decker de verdeling
van het magazine op zich had genomen. Daar was ook Bernd Lohaus bij betrokken.
We zien vanaf nu ook een
grote verandering optreden qua vorm en stijl bij Happening News, vrij psychedelisch.
Ja, dat klopt, er verandert veel op vrij korte tijd.
Het was een heel geslaagde happening, met een speciale atmosfeer, iets
poëtisch, maar ik mag het woord niet gebruiken. Als iemand zegt dat beeldend
werk poëtisch is, dan verlaat ik gewoonweg de vernissage. Ik vind dat
flauwekul, dat is geen schilderkundige term. Maar er was een fijne atmosfeer.
Op een foto zien we
Heyrman iets voorlezen?
Hij leest iets voor, maar ik denk dat hij vooral vragen stelt aan
Panamarenko.
Wat voor vragen waren
dat?
Men zag Panamarenko niet, hij zat in die constructie. Allerlei soorten
vragen, ludieke vragen, maar niet politiek, dat kan ik me niet herinneren. Hij
bracht dingen met elkaar in verband brengen die niet met elkaar te rijmen waren.
Er was wel veel aandacht. Ik weet ook nog dat ze daar aankwamen met een
bestelwagen. Vercammen was een knutselaar, een handige jongen, als hij nuchter
was (lacht). Eigenlijk waren ze dat allemaal: ook Panamarenko, Heyrman en Lohaus.
Waren de platen van die
constructie gekleurd?
Naar mijn gevoel waren het allemaal witte platen.
Vercammen zat ook in een ruimte, en de beide constructies hingen niet aan
elkaar. Verschillende zaken gebeurden gelijktijdig. Dat was ook de bedoeling. Het
was geen opvoering van een stukje, maar de bedoeling was om de mensen op een
verkeerd spoor te zetten.
Was de politie daar ook
aanwezig?
Ja, nu waren ze op voorhand ingelicht, want het werd aangekondigd in de
kranten.
Werd er ook gefilmd op
die happenings?
Ja, er werd gefilmd, niet op die eerste natuurlijk, maar op de derde en ook
de vierde was er een filmploeg aanwezig. Ze hebben echter weinig kunnen
uitrichten.
Op de laatste happening voor
de opening van de Wide White Space Gallery deed er een zekere Amerikaanse
militair, genaamd John Furry, mee. Kende u hem?
John Furry, zou dat geen pseudoniem kunnen zijn? Dat gebeurde wel eens. Maar over die
happening kan ik niet veel vertellen, want ik was daar niet bij. Voor mij stopt
het ook na deze happening, want wat er binnen in de Wide White Space Gallery
gebeurde, waren voor mij eerder performances.
Interview: Stefan
Wouters
Transcriptie: Stefan
Wouters
Eindredactie: Thomas Crombez